Panhard 24: Vergeten en onbegrepen genie
Panhard is een van de minst typische Franse merken. Het was het eerste merk dat begon met de massaproductie van auto’s (1890) en heeft zich altijd van anderen onderscheiden door gedurfde keuzes in stijl en technologie. Zo waren er voor de oorlog motoren zonder kleppen en voorruiten zonder dode hoeken en de geweldige Dyna Z1 uit 1953 met een zelfdragende aluminium carrosserie. Lang voordat de Audi A8…
Maar een auto produceren kost geld, en succes is niet altijd gegarandeerd. Ondanks onmiskenbare rijvaardigheid hadden de Panhaders last van een slanke motor en een schokkerige afwerking. Een Panhard koop je niet zomaar: starten met ‘t merk is als overstappen naar een nieuwe religie. In 1955 was de krant van Panhard slecht, dus Citroën raakte erbij betrokken.
Begin jaren 60 wilde Panhard zijn productassortiment uitbreiden en nieuwe modellen introduceren. De sedan viercilinder werd aan de kant geschoven omdat Citroën niet wilde concurreren met zijn eigen modellen. Dus koos Panhard voor een coupé: 24. De naam verwijst natuurlijk naar de 24 uur van Le Mans.
Op 24 juni 1963 liet Panhard de media zien dat hij 24 jaar oud was. Hij was meteen gefascineerd: de moderne lijnen waren ongeëvenaard, maar de 24 had andere kwaliteiten: de ingenieurs maakten de carrosserie zo sterk mogelijk met het oog op veiligheid. Bovendien was er een van de meest succesvolle dashboards van die tijd, een uitgekiend verwarmingssysteem en prachtige afwerkingen voor de traploos verstelbare stoelen.
Onder de motorkap werkten ingenieurs aan een originele…X-vormige viercilindermotor, maar de financiële situatie van het bedrijf liet een dergelijke investering niet toe. En zo ging de luchtgekoelde tweecilinder boxer weer in de vaart. De naoorlogse motor werd volledig herwerkt om 60 pk te produceren. Niet de cijfers missend gezien de 848 cc cilinderinhoud, maar te weinig om echt te concurreren met de viercilinder coupés van toen.
In 1965 reageerde Panhard op kritiek op de remmen. Het verwisselt de vier trommelremmen voor schijfremmen. Maar de 24 heeft vooral een versie met lange wielbasis die plaats biedt aan twee volwassenen achterin: de 24 b en de 24 b. Uiteindelijk zijn er vijf varianten van 24 ontstaan: c, ct, b, bt en ba. De verschillen zitten in wielbasis, motorvermogen (t staat voor tijger, dus de strakste motor) en afwerking (24ba is de instapversie).
Maar ondanks zijn kwaliteiten (laag zwaartepunt, voorwielaandrijving, laag verbruik en complete uitrusting) overtuigt de 24 nauwelijks. Het is geprijsd om te concurreren met krachtigere modellen, en de kleine, bruisende “platte twin” heeft merkbaar gebrek aan koppel. Ook de motor heeft speciale aandacht nodig en een verbeterde rijstijl, wat niet bij iedereen in de smaak valt. Na minder dan 30.000 exemplaren werden de laatste 24 op 20 juli 1967 gedropt. Dit is tevens de laatste Panhard.
Laten we het nog eens zeggen: Panhards koop je niet zomaar. Zijn speciale motor vereist speciale aandacht, perfecte ontsteking en afstelling van de carburateur en olieverversing om de 3.000 kilometer. De motor moet om de 50.000 mijl worden verwijderd om de olieafvoer bij de krukas te reinigen. Clubs kunnen je daarbij bijzonder goed helpen.
Voor de rest staan de schijfremmen niet graag stil, is de transmissie niet erg sterk en roest de carrosserie. Maar een goed verzorgde panhard geeft je veel terug. Voor 8.000 tot 13.000 euro kun je een mooi model krijgen, 24 kt is gewilder dan bt. Maar je moet geduld hebben: er zijn maar heel weinig modellen op de markt (meestal in Frankrijk).
-
BMW 3.0 CSi (E9): Gebruikskosten:
-
Is Ford Evos de 21 eeuwse Mondeo?
Auto verkopen?
“ Zo helpen we elkaar! Neem gerust contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken..”