Het vergeten icoon: Morris Minor, de Britse tegenhanger van de Kever

In het begin van de jaren veertig, toen Groot-Brittannië geteisterd werd door de Tweede Wereldoorlog, overwoog Morris een nieuw auto-project voor Volkswagen. Miles Thomas, de vice-president van het merk, vertrouwde volledig op zijn protegé, de jonge Alec Issigonis, om een nieuwe auto te ontwerpen en hem te overtuigen. Echter, de baas van Morris, Lord Nuffield, zag het concept van Issigonis als te duur en overbodig complex.

Het prototype, bekend als de "mug", had echter een revolutionair concept: een monocoque structuur, volledig onafhankelijke wielophanging, tandheugelbesturing en een boxermotor. Issigonis probeerde zoveel mogelijk ruimte binnenin te benutten. Zoals hij zelf zei: "Het is niet omdat de auto klein is, de chauffeur ook klein moet zijn."

Ondanks de bezwaren van Lord Nuffield, ging het project door en werd het prototype vereenvoudigd om snel klaar te zijn voor de autosalon in Londen in 1948. Het kreeg een vooroorlogse motor en achteras, maar het succes van de auto werd er niet door beïnvloed. De Morris Minor, zoals de auto werd genoemd, ontwikkelde zich snel tot een geliefde auto van de Britten vanwege zijn betrouwbaarheid en uitstekende rijgedrag.

In de loop der jaren werd het gamma van de Morris Minor uitgebreid met verschillende versies, waaronder de Traveler (een stationwagen), een pick-up, een cabriolet en een bestelwagen. De Minor kreeg al snel een nieuwe, krachtigere motor met een bovenliggende nokkenas uit de A-serie. Deze motor was zo succesvol dat hij in productie bleef tot 2000, lang nadat de Minor zelf in 1971 uit productie werd genomen.

Ondanks zijn ouderwetse uiterlijk en veiligheidsproblemen werd de Morris Minor een iconische Britse auto en een geliefd voertuig onder de Britse bevolking. Zijn bijdrage aan de automobielgeschiedenis en zijn impact op de industrie kunnen niet worden onderschat.

• 

  Gloednieuwe Alfa Romeo 33 Stradale Verschenen!

• 

  Deze rappe Lexus coupé wordt alsnog in België gelanceerd