De Toyota C-HR is meer bekend als de Japanse Transformer
We hebben de C-HR nog niet eerder getest, toch? Ja, maar we stuurden nog een verzoek naar de Belgische Toyota-importeur om beide motoren op eigen bodem te testen. De C-HR is immers ontwikkeld voor Europa. En aangezien het Europese hoofdkantoor van Toyota nog steeds in Zaventem staat, kun je ervan uitgaan dat Japanse ingenieurs het perfect hebben afgestemd op onze wegen. Dat is de oorspronkelijke bedoeling.
Het platform van de SUV kan Toyota’s New Global Architecture of het TNGA-platform van Prius zijn, en de C-HR zal over het algemeen alleen in Europa verkrijgbaar zijn. In het Land van de Rijzende Zon was de respons op hun nieuwe SUV echter zo overweldigend dat Toyota besloot de C-HR ook elders op de markt te brengen. Gezien de groeiende populariteit van SUV’s: geen slechte zet. Het belangrijkste is de motor, maar daar hebben we het later over. De C-HR maakt mogelijk gebruik van hetzelfde platform en hybride versie van de aandrijflijn als de Prius, maar met totaal andere afmetingen. De poten van de C-HR zijn natuurlijk hoger, maar ook wat kleiner. De totale lengte is 4,36 meter, wat een paar centimeter korter is dan de RAV4. Met andere woorden, de C-HR is de kleinste SUV van Toyota.
Vier volwassenen zijn acceptabel, maar je ziet al snel dat het praktische is opgeofferd op het altaar van design. De enorme C-stijl zorgt niet alleen voor een donkere sfeer op de achterbank, maar bemoeilijkt ook het navigeren van de bestuurder. Dan is er de logge, logge achterklep waardoor je toegang hebt tot de niet erg modulaire bagageruimte: de achterbank vormt bijvoorbeeld geen vlakke laadvloer wanneer deze is neergeklapt. Nee, integendeel: we hebben al bijna alle tekortkomingen van de C-HR. Je moet toegeven: de look werkt, en dat merken we aan de reacties van enkele geïnteresseerde voorbijgangers. Een gewaagde zet van een merk dat soms te kampen heeft gehad met een wat saai imago, in lijn met de submerken waar Lexus nu mee op de proppen is gekomen.
Aan de binnenkant zet de lijn zich voort: het interieur oogt fris en is oerdegelijk. Bonuspunten voor een succesvolle rijhouding: het stuur en de versnellingspook liggen prettig in de hand. Voor hybrides, ja. Die combineert een 1,8-liter viercilinder benzine- en elektromotor goed voor 122 pk en 142 Nm, gekoppeld aan een CVT-automaat. 0-100 km/u in slechts 11 seconden en een topsnelheid van 170 km/u is geen snelheidswonder, maar een economisch wonder: Toyota geeft een gemiddeld brandstofverbruik van 3,8 l/100 km, ons record is 5,3 l/100 km Als je weet dat we voornamelijk snelwegverkeer rijden – de Toyota hybride is minder efficiënt – kan het gemiddelde zelfs nog lager zijn. Jawel: een 1,2-tons viercilinder turbobenzine met 116 pk en 185 Nm. Hij heeft nauwelijks betere acceleratiecijfers (0-100 km/u in 11,1 seconden, topsnelheid van 185 km/u) en moet wijken voor de hybride die gemiddeld 5,9 l/100 km verbruikt – we haalden zelfs de toppunten met 8,2 l/100 km – maar kan worden gekoppeld aan een CVT-automaat of handgeschakelde versnellingsbak en is de enige motor in de C-HR die ook verkrijgbaar is met vierwielaandrijving. Twijfel mogelijk: 1,2 T. Ondanks zijn beperktere longcapaciteit vertoont hij een enthousiast karakter, en omdat zijn koppel er vanaf 1500 tpm is, is hij een stuk soepeler.
Als de nadruk ligt op laag stroomverbruik, dan is hybride een betere keuze. Alleen heeft hij last van een te strak aangedraaide CVT die de naald van de toerenteller omhoog brengt bij de minste aanraking van het gaspedaal, wat leidt tot het beruchte “koffiemoleneffect”. We neigen ook naar de turbobenzine, hoewel het vooral neerkomt op de geluiddempende benzinemotor.Verder is het veercomfort vergelijkbaar, met een relatief strakke maar vergevingsgezinde demping. Dynamisch gezien zijn ze allebei – in vergelijking met de Prius natuurlijk – dus de Japanse ingenieurs interpreteren wat dat betreft terecht het Europese wensenlijstje, maar de sportieve graal laat de C-HR liever links liggen. De C-HR begint bij 22.580 euro in de catalogus. Voor dat budget ben je beperkt tot de 1.2 T met handgeschakelde zesversnellingsbak. De met CVT uitgeruste versie en de hybride versie zijn duurder, respectievelijk geprijsd op 26.080 euro en 27.850 euro. In goede oude Japanse traditie is extra uitrusting meestal te vinden op hogere uitrustingsniveaus in plaats van op de optielijst. Is deze 408, groter, groter en aantrekkelijker, echt te rechtvaardigen naast de toch al mooie 308?
De Duitse auto is geen “Grand Tourer”, maar een sportvechter! Het is een combinatie van twee concepten waar we niet meteen aan dachten in één auto! Deze Buggy’s Citroën Ami in beperkte oplage is echter zonder rijbewijs te gebruiken en zal je meteen doen glimlachen! Na de V10 van de R8 GT maakten we ook kennis met de vijfcilinder van de Audi RS3 Performance en de TT RS Iconic Edition! Audi heeft geen tekort aan gelimiteerde series! Maar ze lijken in niets op elkaar. . . Dagelijkse update van de grappigste auto’s, reviews en nieuwtjes…
-
Waterstof-V8: Porsche doet test op Nürburgring
-
Jaguar: comfortabel, modern en capabel
Auto verkopen?
“ Zo helpen we elkaar! Neem gerust contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken..”