De Aston Martin DB6 1965
In 1958 had Aston Martin niet de reputatie die hij nu heeft. James Bond moest nog bijdragen aan de nalatenschap van het merk en de stijl en prestaties van de DB2/4 waren achterhaald. David Brown, die destijds de leiding had over het merk, vestigde al zijn hoop op een nieuw product: DB4. Het geheel nieuwe model heeft een fijngetrokken aluminium carrosserie van Touring en een nieuwe krachtige zescilindermotor van Tadek Marek. Zo geeft DB4 het merk de nodige koninklijke letters. In 1963 evolueerde Aston Martin het model: de luxere en krachtigere DB5 debuteerde. Dankzij James Bond bereikte het model meteen een legendarische status. Genoeg geadverteerd voor de volgende 50 jaar … het model bleef echter niet lang in de catalogus staan.
Twee jaar later, in 1965, verscheen zijn vervanger: de DB6. Hij heeft een langere wielbasis, dus er zijn twee stoelen achterin. De DB6 is comfortabeler dan zijn voorganger en wordt vaak besteld met een automaat. Voor veel puristen betekende DB6 het einde van een tijdperk. Aston gaf de DB6 zijn laatste facelift in 1969 alvorens plaats te maken voor het DBS-model in 1970. Ondanks een 9 cm langere wielbasis en een totale lengte van 4,62 m weegt de DB6 slechts 8 kg meer dan de DB5. Mechanisch is er niets veranderd: onder de lange motorkap zit tot nu toe een geweldige 4-liter zes-in-lijn met 2 bovenliggende nokkenassen. Deze krachtige technologie zorgde voor de overwinning in de 24 uur van Le Mans in 1959. Standaard met drie SU carburateurs maakt het blok 286 pk. Aston Martin gaf ook een Vantage-versie aan met 3 Weber-carburateurs en 325 pk.
De achterkant met de Triumph TR4 geïntegreerde spoiler en verlichting is waarschijnlijk het minst geslaagde onderdeel van de auto. Maar hier is niets aan veranderd, het geheel straalt een ongekende charme en charme uit. De Touring biedt opvallende strakke lijnen die onweerstaanbaar zijn… en ook het interieur is onweerstaanbaar: zodra de deuren worden geopend, komt de geur van leer en warme olie jouw tegemoet. Instappen is niet moeilijk en de rijpositie is ideaal: laag genoeg om het gevoel te hebben dat je in een sportauto zit, maar niet zo laag dat je weet in wat voor auto je rijdt. De bedieningselementen zijn op hun plaats en het handdashboard doet genoeg denken aan een radiatorrooster dat eruitziet als een Napoleon-hoed. Het is niet duidelijk, maar de presentatie maakt het goed. Het stereotype op een Britse sportwagen wil dat het hele Amazonewoud sterft op het dashboard, maar hier is het helemaal zwart. De Britten houden van sport, de Duitsers van blues. Afgezien van de styling van het dashboard zorgen de met chroom omlijste tellers en het fraai bewerkte houten stuurwiel voor de nodige luxe.
Toen Aston Martin zei dat de DB6 vier stoelen zou hebben, zei de Britse fabrikant dat – met een verschil. Hij biedt efficiënt plaats aan vier volwassenen: de achterbank biedt voldoende beenruimte en voldoende hoofdruimte. De kofferbak slikte het allemaal zonder problemen in en we waren behoorlijk nerveus achter het stuur. Wanneer geactiveerd, trilt de zescilinder de muren. Het is luidruchtig! Vergeleken met moderne sportwagens vereist de DB6 betrokkenheid van de bestuurder. Trap lichtjes het gaspedaal in, de motor reageert goed en er is geen vertraging bij het bergop rijden In de eerste versnelling kunnen we gemakkelijk de koppeling intrappen. De DB6 verdwijnt gedwee. We hadden verwacht dat de truck zwaar zou zijn om te rijden, maar verrassend genoeg was dat niet zo – de Aston is luxueus en gemakkelijk te besturen. De besturing is zeker niet licht, maar de respons is trefzeker.
Doordat de besturing minder direct is, kun je de auto overal parkeren. De DB6 is 1,68 meter hoog, lang en smal en makkelijk te besturen. Maar kun jij de verleiding van deze grote motor voor je weerstaan? Trap het gaspedaal in en de zescilindermotor laat een majestueus geluid horen, dat ver verwijderd is van het uitlaatgeluid dat vandaag “gemaakt” is: vanaf 3500 tpm laat de originele uitlaatpijp een rommelend metaalachtig geluid horen. Geeft kippenvel…de soepele motor ademt weer bij 3.000 tpm en komt in de rode zone bij 5.500 tpm. ZF’s uitstekende transmissie met vijf versnellingen schakelt moeiteloos en bij elke versnelling speelt de motor een soundtrack die doet denken aan de gloriedagen van de autosport. De remmen (vier schijven) reageren matig maar hebben zeker hun leeftijd gehad en het uitgebalanceerde onderstel mist kracht. Grip daarentegen is niet opgewassen tegen de kleine diesels van tegenwoordig. Maar vergeet de timing: glamour is overal. De DB6 werd enigszins overschaduwd door de oudere DB5 en DB4, maar kon wel profiteren van hun meerwaarde.
Een exemplaar in goede staat en vrij van historische onvolkomenheden wordt verkocht voor ongeveer € 350.000. Modellen in showroomstaat kosten 30% tot 50% meer. Automatische modellen zijn minder populair, met prijzen rond de 280.000 euro. Bent u op zoek naar uniciteit? Dan kun je kiezen voor het Vantage-model (minstens 450.000 euro), of beter nog, de Volante cabriolet (minstens 600.000 euro). Er werden 1.715 DB6’s gebouwd, waaronder 1.327 “Mk I”. Het verschijnt bijvoorbeeld af en toe in internationale advertenties. Er is goed nieuws en slecht nieuws als het gaat om onderhoud: DB6 heeft experts nodig om het goed te onderhouden. Een complete motorrevisie kost minimaal 20.000 euro. Superleggera constructie (chassis van stalen buizen met aluminium panelen) is verbazingwekkend geprijsd om te restaureren. Maar er zijn ook specialisten in België en kleine bedrijven in de UK die gespecialiseerd zijn in onderdelen. Bovendien is alles mogelijk: zesversnellingsbak, stuurbekrachtiging, klimaatregeling, 4,2-liter of zelfs 4,7-liter motoren…
-
Audi Q3 35 TFSI vs 35 TDI
-
De Mercedes S 500 Coupé 4MATIC
Auto verkopen?
“ Zo helpen we elkaar! Neem gerust contact met ons op om de mogelijkheden te bespreken..”